De huisarts is vaak de aangewezen zorgverlener bij urogynaecologische klachten of vragen. Maar eenvoudige problemen kunnen soms lastig op te lossen zijn, zoals voortdurende plas- of vaginale klachten. Bovendien hebben veel urogynaecologische klachten seksespecifieke aspecten, impact op de seksualiteit en kunnen ze leiden tot complexe chronische pijnsyndromen. Wil je overbodig onderzoek vermijden en medicalisering voorkomen? En wil je een goede gesprekspartner zijn bij medische gecompliceerde situaties die voor een patiënt gevoelig en persoonlijk zijn? Volg dan de differentiatie urogynaecologie.
Tijdens de differentiatie komen komen vijf grote urogynaecologische onderwerpen aan bod met bijzondere aandacht voor seksualiteit en seksespecifieke zaken:
De differentiatie bestaat uit 5 terugkomdagen, 18 zelfstudiedagen en het opbouwen van een portfolio. De terugkomdagen bestaan uit onderwijs over de bovenstaande onderwerpen.
Je portfolio bouw je gedurende het jaar op aan de hand van verschillende opdrachten. Tijdens de zelfstudiedagen loop je stage, bijvoorbeeld bij een kaderhuisarts urogynaecologie, de bekkenbodempoli of op de poli (kinder-) urologie/gynaecologie. Om je wetenschappelijk verder te ontwikkelen maak je een Critically Appraised Topic (CAT) of schrijf je een klinische les. Je maakt daarnaast een verbeterplan voor de eigen praktijk of een samenwerkingsplan binnen of buiten de huisartspraktijk.
De differentiatie wordt gegeven door Iris Ketel, kaderhuisarts urogynaecologie.
Laura van der Beek-Driessen
E-mail: teamaiosvervolgopleidingen.elg@radboudumc.nl
Tel: 024 361 81 81