Het toekomstbestendig opleiden van nieuwe generaties huisartsen vereist kennis over de juiste dingen op de goede manier leren. Om gefundeerd de opleiding tot huisarts te blijven verbeteren, hebben onderzoekers van de huisartsopleidingen de handen ineen geslagen. Er ligt nu een gezamenlijke onderzoeksagenda die het onderzoek naar leren & opleiden verbindt.
Huisartsen worden sinds 50 jaar opgeleid als specialist Huisartsgeneeskunde bij een van de acht huisartsopleidingen. De manier van opleiden bewoog in de loop van de jaren mee met de tijdgeest, maar behield de essentie in de opzet van de opleiding. De snelle veranderingen binnen de jongere generaties, de samenleving en de zorg, vragen om een kritische blik op hoe je de juiste dingen op de goede manier leert.
De opleidingsinstituten willen de opleiding gefundeerd verder ontwikkelen en verbeteren. Voor de huisarts van morgen, die een leven lang leert en met eigenheid als specialist in het zorgnetwerk. Daarom hebben ze in hun strategische agenda de ambitie vastgelegd om meer verbinding en gezamenlijkheid te brengen in het wetenschappelijk onderzoek naar leren & opleiden.
De onderzoeksagenda is ontwikkeld om samenwerking tussen onderzoekers van de 8 huisartsopleidingen te faciliteren en te komen tot onderzoeksgebieden. Met behulp van de Q-methode zijn 5 concrete onderzoeksgebieden geformuleerd. Met deze open methode kon concurrentie tussen geijkte of individuele voorkeursgebieden worden voorkomen.
Onderzoek naar leren en opleiden binnen verschillende contexten:
De onderzoeksagenda maakt het mogelijk om onderzoek te doen als groep. Samenwerking tussen de huisartsopleidingen kan nu zowel inhoudelijk als volgens dezelfde processen en procedures verlopen. Zo wordt de onderzoeksexpertise verbreed en vergroot. Dat levert relevant onderzoek op van goede kwaliteit en met impact op goede huisartsgeneeskundige zorg in de toekomst.
Op basis van de onderzoeksagenda voor de komende 5 jaar, werken de opleidingsinstituten samen aan het verwerven van structurele financiering door de SBOH. In juni dit jaar gaan de instituten gezamenlijk 4 onderzoeksvoorstellen indienen bij ZonMw. ZonMw doet de onafhankelijke kwaliteitsbeoordeling van de voorstellen door middel van een referentensysteem uit binnen- en buitenland. Per project werken 2 instituten samen en elk instituut krijgt een promovendus.
Het verwerven en verrichten van gezamenlijk wetenschappelijk onderzoek gebeurt op het medisch-klinisch gebied al steeds vaker. Op het terrein van medisch onderwijs is dit nog geen gewoongoed. Dat het de opleidingsinstituten gelukt is om onderzoek samen in te vullen, is vernieuwend in het onderwijsveld. ZonMw uitte zich lovend over de gezamenlijke aanpak, want zo kunnen we de impact versterken van onderzoeksresultaten, voor de samenleving, in de praktijk en voor patiёnten.