De mens achter de patiënt (en het deurknopfenomeen)

‘s Morgens in alle vroegte stap ik het liefst niet in de auto, maar op mijn racefiets. Dat is gezond en duurzaam. En het past bij mij, als groot voorstander van groene zorg. Juist omdat wij zorg leveren aan verschillende generaties en zo ook een rol spelen voor de toekomstige generaties vind ik dat heel belangrijk.

"Je bent dokter met je hoofd en met je handen, maar ook met je hart"

Hannah van Reemst, eerstejaars aios Huisartsopleiding UMCG
Hannah van Reemst

Vandaag stap ik dus op de fiets. Heerlijk om van Groningen dwars door het mooie Drentse land naar mijn opleidingspraktijk in Gasselternijveen te fietsen. Een echte dorpspraktijk waar ik het vak leer van een hoofdopleider en een co-opleider.

Als ik bij de praktijk aankom om kwart voor acht, heeft de assistente al een warme kop koffie voor me klaargezet. We beginnen de dag altijd even rustig met een praatje. Heb je nog wat leuks gedaan gisteravond? Maar niet voor lang, want de telefoon staat roodgloeiend en in de wachtkamer zitten al mensen. Sommige zitten met elkaar te kletsen, iemand leest een foldertje, twee kinderen kieperen de speelgoedbak om. Een jongen op sokken kijkt op zijn telefoon. Op sokken? Ja, zijn klompen staan buiten voor de deur. Ook daaraan herken je het dorpse karakter van deze praktijk.

Een van de leukste dingen van het vak vind ik het achterhalen van de hulpvraag. Bijvoorbeeld: voor mijn eerste patiënte vandaag staat er: pijn aan de pink. Als ik een beetje doorvraag, blijkt dat ze zich zorgen maakt – niet zozeer om die pink, maar omdat ze misschien toch wil scheiden van haar partner. Daarna komt er jongen met buikpijn. Maar eigenlijk heeft hij veel stress omdat hij thuis moet omgaan met zijn psychotische broer. En de volgende patiënt is een oudere dame die veel moet hoesten. “Dokter, dat vind ik zo vervelend!” Als ik haar wil onderzoeken, zegt ze: “Ehm, dokter, ik draag een luier, niet te veel op letten hoor.”  Dan wordt me duidelijk dat het échte vervelende niet het hoesten is, maar dat ze door het hoesten ook urine verliest. En daar schaamt ze zich erg voor. “Het is heel goed en belangrijk dat je me dat vertelt. Wil je erop ingaan of zullen we dat een volgende keer doen?”, vraag ik. Zichtbaar opgelucht verlaat ze de spreekkamer.

Echt contact maken met je patiënten, daar gaat het om. We hebben het in de opleiding vaak over het ‘deurknopfenomeen’. De patiënt gaat weg, staat met de deur in de hand en zegt: “Oh ja dokter, dit speelt trouwens ook nog.” En bijna altijd wordt dan pas de belangrijkste informatie gedeeld. Daar moet je wel op ingaan, met als nadeel dat je spreekuur kan uitlopen. Maar het betekent ook dat de patiënt jou vertrouwt, en dat vertrouwen is heel belangrijk. Dat is ook het mooie van huisarts zijn. Net als de wijze levenslessen die ik soms terugkrijg van mijn oudste patiënten. Of iets kunnen betekenen, vooral als luisterend oor, voor een ernstig zieke jonge vrouw. Je bent dokter met je hoofd en met je handen, maar ook met je hart.

Tevreden fiets ik na een lange werkdag terug naar Groningen. Onderweg zwaait er iemand naar me, vanaf een grote tractor op het land. Het is die jongeman op klompen! Vrolijk zwaai ik terug.

Hannah van Reemst
Eerstejaars aios Huisartsopleiding UMCG

Gerelateerd aan deze pagina