De patiënt die het zeker wist

Ik wilde altijd al arts worden. Na wat omzwervingen bij neurologie, de crisisdienst en ouderenzorg, meldde ik me als aiotho aan bij de huisartsopleiding. Want ik wil breed bezig zijn in mijn vak, met verschillende patiëntenpopulaties. Ook het ondernemerschap spreekt me aan. Maar ik wilde vooral huisarts worden omdat je als huisarts ook de persoon achter patiënt kan leren kennen, en vertrouwen kunt opbouwen, dat is mijn grootste drijfveer. Eén casus heeft in dit opzicht veel indruk op mij gemaakt.

"En pas dan komt het bewijs dat zijn gevoel hem niet heeft bedrogen. De internist stuurt mij een brief met zijn conclusie."

Khoshal Khorami, aiotho
Khosal Khorami

Geen vraag maar een mededeling

Er komt een man van 81 op het spreekuur, mankeert bijna niets, gebruikt alleen wat medicatie tegen hoge bloeddruk en een bloedverdunner. Ik vraag wat ik voor hem kan doen en hij zegt: ‘Dokter, ik heb keelkanker.’ Het was geen vraag, maar een stellige mededeling. Ik check of hij symptomen heeft, die heeft hij niet, dus vraag ik: ‘Waarom denkt u dat?’ Hij antwoordt: ‘Ik weet het gewoon.’ ‘Dan stuur ik u toch maar door naar de KNO-arts’, zeg ik. Ik neem dat besluit, ook al zijn er geen aanwijzingen voor keelkanker. Maar ik ken deze patiënt niet als iemand die altijd wat mankeert of denkt te mankeren, en hij lijkt er oprecht van overtuigd dat hij keelkanker heeft.

Uitzaaiingen?

Na anderhalve maand zie ik hem terug. ‘Dokter, ik heb overal pijn in mijn borst. Dat is die keelkanker!’ En hij vertelt me ook dat hij zijn financiën aan het regelen is, ‘want die uitzaaiingen, dat betekent mijn einde.’ Maar in de brief van de KNO-arts die ik intussen had ontvangen, lees ik dat er geen aanwijzingen voor keelkanker gevonden zijn. Toch verwijs ik de patiënt voor de zekerheid weer door, voor een foto en een uitgebreid bloedonderzoek. Maar ook daar komt niets uit. Vervolgens komt hij opnieuw langs, hij is inmiddels 8 kilo afgevallen. Hierop stuur ik hem door naar de internist. Intussen krijg ik, een tijdje later, het verzoek bij de patiënt langs te gaan voor een visite. Hij heeft veel pijn en maakt vreemde bewegingen met zijn arm, die doen denken aan epilepsie. Ik constateer lichte uitval en in overleg met de neuroloog verwijs ik de patiënt naar de poli. Maar de avond na mijn bezoek wordt hij met spoed opgenomen, vanwege een zware epileptische aanval. Als ik hem bezoek zegt hij: ‘Dokter, ik heb uitzaaiingen in mijn hoofd. Van die keelkanker.’ En pas dan komt het bewijs dat zijn gevoel hem niet heeft bedrogen. De internist stuurt mij een brief met zijn conclusie: slokdarmkanker met uitzaaiingen in de hersenen en rugwervels.

“Kijk en luister actief naar je patiënt”

Voor mij is dit een indrukwekkende casus. Medisch gezien waren er geen aanwijzingen, de enige trigger was de overtuiging van de patiënt: ik heb keelkanker. Toch heb ik hem serieus genomen en naar hem geluisterd. Zoals we leren als huisarts: kijk en luister actief naar je patiënt. Dit illustreert dat je als huisarts de ruimte hebt om de persoon achter de patiënt te leren kennen. De patiënt leeft nog, wel met wat pijn en een sombere prognose, maar hij is nog heel vitaal en doet van alles. Toen ik hem laatst zag, vroeg ik hem: ‘Hoe komt het dat u zo zeker wist dat het keelkanker was?’ Hij antwoordde: ‘Ik wist dat er iets in mijn lichaam groeide wat er niet hoorde.’ Hij vertelde me dat hij me dankbaar is dat ik naar hem heb geluisterd. Dat geeft voldoening! Het is precies waarom ik huisarts wil zijn. En deze patiënt zal ik altijd onthouden.

Khoshal Khorami
Aiotho