In de 15 jaar dat ik huisarts ben, heb ik het vak flink zien veranderen. Maar wat blijft is de duurzame, bestendige relatie met je patiënten. En niet alleen met je patiënten, juist ook met je team. Die relatie is net zo belangrijk. Want tegenwoordig doe je als huisarts niet meer alles alleen (en gelukkig maar, want ik doe ook graag andere dingen zoals opleiden en sportieve bijscholingen organiseren).
Mijn praktijk is een maatschap van 3 huisartsen, plus huisartsen, assistentes en verpleegkundigen in dienst. Sinds kort bedienen we onze 9300 patiënten vanuit een gloednieuw gezondheidscentrum, alle nuldelijns- en eerstelijnszorg bij elkaar.
Hoe bouw je aan een team? Contact houden, samen praten over patiënten, ook over de kleine dingen. Investeren in mensen, bij ons kan iedereen een opleiding volgen, we hebben vaak uitjes om iets te vieren. Zo raak je op elkaar ingespeeld.
De patiënt over wie ik wil vertellen illustreert dit belang. De casus speelde een paar jaar geleden. Een echtpaar van in de zeventig, meneer en mevrouw De Vries (niet hun echte naam). Mevrouw had schizofrenie. Ze kon niet zelfstandig functioneren en kwam het huis niet uit. Haar man was haar enige mantelzorger, hij deed alles voor haar. Hij belde mij vrij regelmatig, zijn vrouw was weer in de war, ze had een plekje op de huid, of ze was boos op haar man omdat ze dacht dat hij haar vergiftigde. De focus lag altijd op haar, hem zag ik niet. Dus er was een vast patroon: hij belde, de assistentes kenden zijn nummer al en namen op met: “Goedemiddag meneer De Vries, moet de dokter langskomen?”
Tot het op een dag heel anders liep. Midden in mijn spreekuur viel de assistente de spreekkamer binnen: “Rik! Je moet nú naar familie De Vries!” “Waarom?”, vroeg ik. “Dat weet ik niet”, antwoordde mijn assistente, “maar het is mevróuw die belt. Met een onduidelijk verhaal. Iets over dat haar man slaapt en dat zij alleen beneden is.”
Mijn assistente en ik dachten allebei: hier klopt iets niet. Het is niet het gebruikelijke patroon. Ik vermoedde een hypo, meneer De Vries was namelijk net begonnen met insulinegebruik. Zijn dossier bekijken was niet nodig, want ik kende de situatie. Lang verhaal kort: we reden er pijlsnel naartoe en meneer De Vries lag inderdaad buiten bewustzijn in bed. Door een hypo. Zijn vrouw zei: “Hij ligt toch gewoon te slapen, hè?” Na een infuus met suiker kwam meneer De Vries weer bij. Hij was zo blij dat zijn vrouw dat levensreddende telefoontje had gepleegd!
Later bleek dat hij toen al beginnend dementerend was, waardoor hij waarschijnlijk niet de juiste dosis insuline had genomen. We hebben dat eerst nog opgelost met meer thuiszorg. Nu wonen meneer en mevrouw allebei in een instelling.
De rode draad is voor mij: niet alleen je patiënten goed kennen, maar ook de mensen in je team. Dat maakt het vak leuk en mooi. Kijk ook naar de kansen, de zorg wordt steeds ingewikkelder, en daar moeten je praktijk en de organisatie goed op ingesteld zijn. Hier in Bedum zijn we er klaar voor!
Rik Plaggemars, huisarts