“Vandaag zag ik een gezin op mijn spreekuur, hun dochtertje heeft het moeilijk. Ik heb haar al vaker gezien, voor kleinere kwalen. Ze durft, nu ze me kent, te vertellen met welke grote issues ze kampt. En dat ze zichzelf misschien wel iets wil aandoen, en hoe ingewikkeld ze dat vindt. Dat is verdrietig om te horen, maar ook heel bijzonder dat zij, en haar ouders, dat aan mij durven te vertellen. Dat persoonlijke, waarin je de context van de patiënt kent, dat vind ik het leukste aan mijn werk als huisarts.
Er is nóg iets wat mij motiveert: praktijkhouder zijn. En dan nog wel van een groepspraktijk in Maarn, het mooiste dorp van Nederland. Al op mijn 31e nam ik, als een van de jongste huisartsen, deze praktijk over, samen met mijn zus Lisette, vriend Chris en vriendin Julia. We kenden elkaar al veel langer, en hadden ook alle vier een link met deze praktijk. Chris bijvoorbeeld was hier in opleiding en Julia begeleidde mij in een keuze-coschap. We kregen deze kans toen ik net twee jaar werkte als huisarts. De oudere huisartsen hier gingen vrijwel allemaal tegelijk met pensioen. En toen vielen alle puzzelstukjes in elkaar. Wij, een club van vier jonge enthousiaste huisartsen, met onze onderlinge familie- en vriendschapsband en deze kans om praktijkhouder te worden – de ideale route voor onze huisartscarrière!
Maar dan ben je er nog niet. Eerst moeten er vragen beantwoord worden om die start te kunnen maken. We zijn familie en we zijn bevriend, maar kunnen we ook samenwerken en de zakelijke kant goed regelen? Onze aanpak was om eerst flink te investeren in gesprekken met elkaar. Want de normen en waarden die je hebt als huisarts, verschillen. Dat mag ook, maar je moet het wel bespreken. Daarbij gaat het niet alleen over de vraag of je euthanasie wel of niet doet, maar ook om je visie op het vak. Hoe sta je daar zelf in? Wat breng je mee en wat heb je nodig van elkaar? Bij ons speelde ook de vraag: hoe is het om met een broer en zus samen te werken? Dus hebben we uitgebreid met elkaar gesproken, ook met hulp van coaches en andere mensen. En we merkten: het zit goed. Vervolgens moet je álles netjes op papier zetten. De afspraken dichttimmeren, maar er daarna niet meer naar kijken en gewoon vol vertrouwen beginnen.
Door die ‘nieuwe huisartsen’, draaide de tamtam in het dorp overuren. Zo ben ik getrouwd geweest met Julia, of Chris en Julia zijn getrouwd of Lisette Keppel is niet mijn zus, maar mijn vrouw. Heel grappig allemaal.
Huisarts kun je in vele vormen zijn, kies welke rol bij je past. Maar kies wel voor je eigen of in ieder geval een vaste praktijk. Dat kan ik iedereen aanraden! Ons hechte team inspireert elke dag en niet alleen qua patiëntenzorg. Laatst hadden we hier enorme lekkage, er was een boiler gesprongen en het water stroomde door de gang. Toen bleef iedereen langer en hebben we samen lachend water staan hozen. Dat zegt wel iets over het teamgevoel. Collega’s hoor je vaak over de zwaarte van het vak, de regels, de werkdruk. Maar daar ben ik het niet mee eens. Als je een mooie teamsamenstelling hebt, fijn samenwerkt en de verantwoordelijkheid deelt, zoals wij, dan heb je juist veel meer vrijheid. We helpen elkaar, we motiveren elkaar. Weten dat we elkaar, onze kennis, kunde en inzet waarderen – dát maakt het prachtig en verhoogt je werkplezier! (Dus wie twijfelt er nou nog over praktijkovername??)
Robbert Keppel
Huisarts